Voorbereiding

• Bekleed een lage vorm van 36 bij 25 centimeter met bakpapier en vet het papier licht in met olijfolie.

Focaccia

• Doe de bloem, gist, suiker en zout in een grote kom. Zorg ervoor dat het zout en gist elkaar nog niet aanraken.
• Meng 2 eetlepels olijfolie door het water en schenk bij het bloemmengsel.
• Meng voorzichtig met de handen en vorm een bal.
• Vet het werkblad een beetje in met olijfolie en kneed hierop het deeg zo’n 5 tot 10 minuten tot het zacht en elastisch is.
• Leg het deeg in een ingevette kom en bedek met een stuk ingevet plasticfolie. Laat het deeg 1 uur rijzen op een warme, tochtvrije plek.
• Hel het gerezen deeg over in de vorm.
• Duw het deeg voorzichtig uit de grootte van de vorm. Bedek losjes met een stuk ingevet plasticfolie en laat het nogmaals 30 minuten rijnze op een warme, tochtvrije plek.
• Verwarm ondertussen de oven voor op 220°C.
• Snijd uien in dunne ringen en meng met een scheutje olijfolie. Verkruimel de geitenkaas en was en droog de takjes tijm.
• Haal het plastic van het deeg. Druk met uw vingertoppen kuiltjes in het deeg. Bedek met ui, kaas, tijm en oregano. Maak af met peper en zout.
• Plaats de focaccia in het midden van de oven en bak eerst 10 minuten bakken op 220°C. Verlaag vervolgens de temperatuur naar 190°C en bak nog 15 tot 20 minuten tot het brood mooi bruin is.
• Haal de focaccia uit de oven en bestrijk met olijfolie. Serveer bij voorkeur net warm en vers uit de oven.