Apfelstrudel, kaiserschmarrn en germknödel

Haal het wintersport gevoel in huis met deze baktips

De après-ski is natuurlijk niet compleet zonder echte wintersport lekkernij: Apfelstrudel, kaiserschmarrn of germknödel. We zetten de ultieme wintersport baksels voor je op een rij. Skiën, langlaufen en sleeën klaar? Bakken maar!

Apfelstrudel

Apfelstrudel met vanillesaus

Apfelstrudel is een echt traditioneel Oostenrijks gebak. Het was oorspronkelijk voedsel voor arme mensen, maar later werd het een culinair hoogstandje. Tegenwoordig is het niet meer weg te denken van de skipistes. Lekker met slagroom, of badend in een diep bord met warme vanillesaus.

recept voor Apfelstrudel

Warme vanillesaus
Als je het écht goed wilt aanpakken, serveer je de apfelstrudel natuurlijk in een badje van vanillesaus. Die maak je zo:

125 gram volle melk
125 gram slagroom
50 gram fijne kristalsuiker
1 vanillestokje
50 gram eidooiers

Breng de melk, de slagroom, de suiker en het merg van een vanillestokje in een steelpan aan de kook. Roer de dooiers even los in een apart kommetje. Giet een scheutje kokende melk bij de dooiers en roer goed door. Giet alles terug in de pan en gaar de saus tot 85 graden. Serveer de saus bij je apfelstrudel. Guten Appetit!

Kaiserschmarrn

De lekkernijen in Oostenrijk zijn machtig en groots. Maar dat is niet erg, want als je gaat wintersporten kun je best wat krachtvoer als tussendoortje gebruiken. Kaiserschmarrn is de Oostenrijkse variant op de Hollandse pannenkoek en wordt tijdens de wintersport veel als lunch of nagerecht gegeten. Deze luchtige pannenkoek wordt in stukjes gesneden en geserveerd met rozijnen, poedersuiker en jam of appelmoes. Zo maak je het:

4 eieren
50 gram suiker
100 gram bloem
100 milliliter volle melk
Snufje zout
Optioneel: Gewelde rozijnen
Boter om in te bakken

Splits de eieren. Klop het eigeel luchtig met de suiker. Zeef de bloem en voeg het samen met de melk toe. Klop de eiwitten stijf met een snufje zout. Spatel de eiwitten voorzichtig door het beslag. Spatel tot slot eventueel voorzichtig wat rozijnen naar smaak door het beslag. Verwarm wat boter in een pannetje en giet het beslag er in. Bak 1 kant gaar, hak de pannenkoek in kwarten en draai ze om. Verdeel nu met de spatel de kwarten in kleinere stukjes en bak ze gaar. Serveer je kaiserschmarrn met poedersuiker en appelmoes of jam.

Zo maak je zelf jam

Germknödel

Germknodel

Nog zo’n lekkere deegspecialiteit uit Oostenrijk is germknödel. Je kunt het vergelijken met een bapao, maar dan zoet. De bolle knödel van brooddeeg wordt gevuld met pruimencompote (powidl) en vlak voor het serveren overgoten met gesmolten boter, geraspt blauwmaanzaad en poedersuiker. Of met boter en vanillesaus. De deegknoedel wordt niet in de pan gebakken, maar in zout water gekookt of gestoomd. Zo maak je hem:

Deeg

30 gram gist
500 gram bloem
Snuf zout
70 gram suiker
70 gram boter
250 milliliter melk, lauwwarm
1 eigeel
1 ei
Citroenrasp
1 zakje vanillesuiker

Voor de vulling

300 gram pruimenjam (Powidl)
1 eetlepel rum
150 gram gemalen maanzaad
Poedersuiker, om te besprenkelen
100 gram boter

Maak een starter van een beetje bloem, suiker en gist en roer de lauwwarme melk erdoor. Zet apart en laat even rijzen. Maak een deeg van alle ingrediënten, inclusief de starter. Kneed goed door, vorm tot een bal, bestrooi met wat bloem en laat afgedekt met een doek minstens een half uur rijzen.

Meng de pruimenjam met de rum. Verdeel het deeg in 8 stukken, druk een beetje plat en doe een theelepel pruimenjam in het midden. Druk de bolletjes dicht en laat ze op een bakplaat met bakpapier rijzen voor tenminste een kwartier.

Breng een pan met ruim water aan de kook. Zet het vuur laag en kook de knoedels in 12 tot 15 minuten gaar. Draai de ballen halverwege de kooktijd om, zodat beide kanten kunnen garen. Let op: ze mogen elkaar tijdens het koken niet raken! Laat na het koken goed uitlekken.

Giet warme boter over de knoedels, bestrooi ze met maanzaad en poedersuiker. Of overgiet ze met warme vanillesaus. Serveer direct.